dinsdag 13 november 2018

Noors - een uitvergroot Vlaanderen waar vrijheid wél nog bestaat?

Pre-Scriptum: Dit is één der zeldzame blogposts die niet voorheen uitgebracht werd én die in't Nederlands geschreven werd (zo goed als het ging!  Ik denk 2016-2017).

Noorwegen - een uitvergroot Vlaanderen waar vrijheid wél nog bestaat?

Wat vele mensen niet weten, wanneer we het over het Noors hebben, is dat "hét" Noors eigenlijk niet bestaat. Wat er wél is, zijn twee schrifttalen die in hun extreemste vormen toch een beetje van elkaar verschillen.

Het zogenaamde Bokmål (spreekt men als "boekmol" uit en betekent "boekentaal") is de variant die door Knud Knudsen en consoorten werd grootgebracht. Deze schrifttaal doet heel erg denken aan het Deens en dus zou deze taal niet oncorrect als Danno-Noors kunnen aangekaart worden. Men moet wel toegeven dat bokmål en dansk qua uitspraak vrij wat verschillen, maar de geschreven talen lijken wel enorm op elkaar. Een interessant begin is de volgende link, waar de verschillen worden bekeken.

Daarnaast is er ook het Nynorsk ("nieuw-Noors"), dat vooral door Ivar Aasen werd uitgedokterd. Deze taal, die kunstmatig in het leven werd geroepen en door (blijkbaar!) niemand actief gesproken wordt, is gebaseerd op de Noorse dialecten (vooral dialecten van de "zijkanten" van Noorwegen - vooral met exclusie van de taal rond Oslo). Vooral in West-Noorwegen vindt men vaak woordvormen terug die tevens "correct" in het nynorsk zijn. Zo zal je in het glorieuze Stavanger zeker de "nynorske" varianten tegenkomen!

Vooral interessant in de taalsituatie van Noorwegen is dat niemand één van deze twee talen spreekt. De meeste schrijven in het bokmål, maar ook geen enkele Noor zal zichzelf met deze taal vereenzelvigen. Wat is er aan de hand in Noorwegen, stel je jezelf dan vrij snel af. Niemand spreekt nynorsk noch bokmål, wat spreken ze dan wel? En wat moeten we leren om in Noorwegen onze plan te kunnen trekken?

Wel, gezien vrijwel iedere buitenlander bokmål leert, lijkt de kous ermee af te zijn. Maar het is toch iets gedetailleerder te beschrijven. Iedere Noor spreekt zijn eigen dialect, zonder veel schaamte (inclusief de politici). Als ik dus tijdens mijn werk met een Noor uit het gebied van Stavanger (Zuidwest-Noorwegen) spreek, zal ik pogen "eg, ikkje, infinitieven op -a, veit, vrouwelijke substantieven in de bepaalde vorm op -o" te gebruiken. Spreek ik met een Noor uit Oslo, probeer ik "jeg, ikke, infinitieven op -e, vet, vrouwelijke substantieven in de bepaalde vorm op -a" te gebruiken. Bij Noren uit het Noorden zal ik proberen af en toe eens een palatalizatie in mijn woordenschat te gebruiken, waar mogelijk/nodig.

Het nadeel in zo'n approach is duidelijk: In het begin van de rit, begin je alles met elkaar te vermengen. En daarnaast, bij mij althans, vermeng je nogal eens wat Zweedse woorden links en rechts. En wanneer je dan écht Noors begint te klinken, gaan de Noren ervan uit dat ze gerust hun zwaarste dialect mogen bovenhalen, "omdat je toch van Noorwegen komt". Dan moet ik toch mijn kousen aanhouden en doen alsof mijn neus bloed. Æ e itt' frå Noreg, d veit me alla!

Med venlig hilsen,
Øystein Kvåle.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten